Je zult maar een ‘probleemlezer’ zijn! De term ‘probleemlezer’ die leerlingen kregen opgeplakt bij een zeer zwakke score op Diatekst was ons al jarenlang een doorn in het oog. Maar ja, van zo’n term kom je niet zomaar af, die zit ingebakken in het systeem en in alle documentatie die we uitgeven bij de Diatoetsen. Dat gaan we nu veranderen. De ‘probleemlezer’ wordt voortaan aangeduid als ‘vermijdende lezer’.
De probleemlezer stamt nog uit de tijd dat de toetsuitslagen niet werden gedeeld met leerlingen en ouders, en alleen bij de remedial teacher of taalcoördinator bekend waren. Nu vinden we het heel belangrijk dat leerlingen zelf inzicht hebben in wat voor type lezer ze zijn, omdat daar een belangrijk leereffect van uit kan gaan. Tenminste, als de score niet alleen je niveau aangeeft, maar je ook aanwijzingen krijgt hoe je verder moet komen. Als je inzicht hebt in je sterke, maar ook in je zwakke punten kun je gericht aan de slag om die te verbeteren. De ‘compenserende lezer’ moet werken aan woordenschat, en kan daarbij gebruik maken van zijn sterke kant, namelijk strategische vaardigheid om betekenis af te leiden uit de context. De schoolse lezer moet juist leren meer strategisch om te gaan met tekst, vanuit het zelfvertrouwen dat het begrijpen van woorden en zinnen vlot verloopt. Maar wat voor positieve en bemoedigende boodschap kun je een ‘probleemlezer’ nu meegeven? De term zelf heeft niets bemoedigends in zich, integendeel.
Een tijdje geleden hebben we een oproep gedaan op onze website om tot een andere, meer positieve term te komen dan ‘probleemlezer’, of in ieder geval een term die je betekenisvol kunt duiden en zo richting geeft aan verbetering. De nieuwe term waarmee we de (zeer) zwakke lezer voortaan aanduiden is de ‘vermijdende lezer’. Uit het scoreprofiel van deze leerlingen kunnen we niet opmaken dat er specifieke zwakke of sterke punten zijn, het beeld is immers over-all zwak. Toch kunnen we deze leerlingen inzicht geven in hun leesprofiel en hen helpen hun leesvaardigheid te verbeteren. Niet door ze te laten oefenen met deelaspecten, maar door ze te laten ervaren dat teksten leesbaar en interessant kunnen zijn. Door te zorgen dat deze leerlingen weer gaan lezen!
Strikt genomen kunnen we op basis van het scoreprofiel niet vaststellen dat de leerling met een zeer zwakke leesscore een vermijdende lezer is. Het is een werkhypothese. Uit de vakliteratuur weten we wel dat zeer zwakke lezers de neiging hebben om leestaken naast zich neer te leggen en teksten te vermijden. Daardoor komen ze terecht in een negatieve spiraal: ze lezen steeds minder en daardoor worden ze steeds minder leesvaardig, ze bouwen geen woordenschat op, hun taalontwikkeling stagneert en ze krijgen steeds minder zelfvertrouwen. U kunt deze leerlingen helpen uit deze negatieve spiraal te komen. Het belangrijkste is dat deze leerlingen weer zelfvertrouwen en plezier krijgen bij het lezen van teksten. Zorg voor teksten die aansluiten op het leesniveau van deze leerlingen en hun interesse in het onderwerp. Laat ze gewoon lezen vanuit die interesse, zorg dat ze positieve leeservaringen opbouwen. Niet meteen gaan oefenen! Laat de leerlingen aan het woord over wat ze interessant vinden, praat over het onderwerp van de teksten. Laat ze zelf vragen naar moeilijke woorden of andere begripsproblemen.
Ga met leerlingen ook het gesprek aan over hun zwakke leesscore op de toets en de typering ‘vermijdende lezer’. Deze term biedt meer ruimte voor een gesprek dan ‘probleemlezer’. Wellicht herkent de leerling zich in het beeld. Er kunnen veel redenen zijn waarom leerlingen teksten liever vermijden. Geen zin, niet leuk, gebrek aan concentratie en rust. Te moeilijke teksten, dat kan ook natuurlijk. Dat het vermijdende gedrag leidt tot een steeds zwakkere leesvaardigheid en een gebrek aan woordkennis is iets wat leerlingen zelf geen leuk vooruitzicht vinden. U kunt ze perspectief bieden op vooruitgang, als ze zich inzetten om te gaan lezen, te beginnen met niet te moeilijke teksten aansluitend op hun leesniveau en interesses. Sommige leerlingen met het label dyslexie zijn verwend met voorlezen. Ook deze leerlingen zullen begrijpen dat voorgelezen worden – ook al is er voorleessoftware voorhanden- geen optie is voor de langere termijn. Dyslectische leerlingen moeten leren zich te redden met teksten, want die zijn nu eenmaal cruciaal op school en in de maatschappij.
U kunt vermijdende lezers helpen met het opbouwen van zelfvertrouwen door ze teksten aan te reiken die ze interessant vinden en die aansluiten bij hun leesniveau. U kunt die teksten samen met de leerlingen uitzoeken, maar om te beginnen hebben ze al een tekstenpakket op hun niveau in de vorm van het tijdschrift Lees>>. Dat krijgen ze in digitale vorm immers meteen al nadat ze getoetst zijn met Diatekst. Daarmee kunnen ze aan de slag! Laat ze beginnen met een half uurtje lezen per dag met teksten naar eigen keuze. Het bijbehorende werkmateriaal komt later wel. Zodra het lezen geen probleem meer is en de leerling voldoende zelfvertrouwen heeft in de omgang met teksten, zal hij zijn vermijdgedrag opgeven. De vermijdende lezer is dan een competente lezer geworden.