Soms zeggen scholen dat ze aarzelen om over te stappen naar Diatoetsen omdat er dan een breuk zou ontstaan in de toetslijn. Deze aarzeling wordt nog versterkt door het feit dat men moet beginnen met de toetsen van groep 6, 7 en 8 en pas in 2019 kan starten met de toetsen van groep 3, 4 en 5. In dit artikel wordt ingegaan op de vraag of deze breuk zo bepalend moet zijn.
Allereerst het feit dat er een breuk ontstaat in de groeicurve van de resultaten van leerlingen.
Dit is helaas niet te voorkomen, maar ook bij uw gebruikelijke toetsaanbieder ontstaat die breuk op het moment dat er een nieuwe release van een toets uitkomt. En ... het regelmatig uitbrengen van nieuwe releases is nu eenmaal een verplichting om up to date te blijven en Cotan gecertificeerd te zijn.
Hoe erg is het dan om een breuk te hebben?
Bij Diatoetsen ontstaat op dit moment de breuk tussen groep 5 en groep 6. In onze visie is dit de meest verantwoorde plaats om een breuk te maken en wel om de reden dat de ontwikkeling van jonge kinderen tot die tijd vaak nog zeer grillig verloopt.
Tot groep 6 volgt u de ontwikkeling van uw leerlingen en het effect van uw handelen op basis van observaties en het afnemen van methodegebonden en/of landelijk genormeerde toetsen. Wij van Diataal adviseren tot eind groep 5/begin groep 6 voorzichtig om te gaan met landelijk vergelijken van uw leerlingen, juist vanwege de hierboven genoemde, grillige ontwikkeling van jonge kinderen. Veel belangrijker is het om te kijken naar de groei van uw leerlingen ten opzichte van zichzelf, klasgenootjes en de resultaten van uw handelen te evalueren.
Pas vanaf groep 6 zouden leerlingen vergeleken moeten worden met landelijke gemiddelden. De PO- raad adviseert niet voor niets het maken van een OPP (Ontwikkelingsperspectief) zo lang mogelijk uit te stellen en op zijn vroegst te beginnen met een OPP eind groep 5 begin groep 6.
Referentieniveaus
Een belangrijke reden om over te stappen is dat de Diatoetsen de referentieniveaus voor taal en rekenen vanaf groep 6 beter in beeld brengen. Daar komt bij dat wij handvatten bieden voor het gericht werken aan die referentieniveaus, te beginnen met begrijpend lezen en woordenschat.
U kiest voor de Diatoetsen als deze aansluit bij uw schoolvisie. Wij vinden dat onze toetsen niet productgericht (summatief) zijn, maar vooral procesgericht (formatief) moeten worden ingezet; d.w.z. onze toetsen zijn vooral bedoeld om duidelijk te maken waar leerlingen staan in hun ontwikkeling en waar kansen liggen om uw leerlingen te helpen groeien.
Behalve dat onze toetsen goed inzicht bieden in de referentieniveaus, hebben ze ook een sterk diagnostisch karakter zodat u handelingsgericht kunt gaan werken met uw leerlingen. Natuurlijk gebruikt u de toetsen ook om te evalueren hoeveel uw leerlingen gegroeid zijn in een bepaalde periode en de effecten van uw handelen te meten, en daarmee inzicht in hoeverre uw leerlingen op weg zijn in het bereiken van de referentieniveaus 1F en 1S. Maar bovendien krijgt u informatie in de sterke en zwakke aspecten van leerlingen, en materialen die precies aansluiten bij wat individuele leerlingen nodig hebben (vergelijk ook John Hattie: the power of feedback (2007) en de termen feedback, feed up, feed forward)
Een andere toetsaanbieder en de inspectie
Vanaf 1 augustus 2017 hebben we te maken met een veranderd inspectietoezicht. Hierbij is het verplicht een eindtoets te hebben en een LOVS voor minimaal rekenen en taal. Scholen zijn vrij hun LOVS naar eigen inzicht in te vullen, passend bij de eigen school en visie op toetsen. De inspectie wil scholen stimuleren werk te maken van deze keuzevrijheid.
Met het kiezen voor een andere toetsaanbieder laat u als school juist zien werk te maken van die keuzevrijheid en bewust en doordacht te kiezen voor een eigen LOVS. Een breuk in de groeicurve is hierbij niet te vermijden.
Is het erg om een breuk te hebben? Met het lezen van bovenstaande hopen wij u te hebben overtuigd van niet.
Auteur: Dilys Magielse