Veel anderstalige jongeren hebben een achterstand op het gebied van leesvaardigheid als ze het voortgezet/secundair onderwijs binnenkomen. Deze achterstand wordt vaak niet alleen veroorzaakt door een te kleine woordenschat, maar ook door onvoldoende kennis van de leesstrategieën, tekstsoorten en termen die gebruikt worden op de middelbare school. Het is daarom belangrijk dat er een brug geslagen wordt tussen het vreemdetaalonderwijs en het moedertaalonderwijs. De leesmethode LEES MEE>> NT2 helpt daarbij.
Interessante teksten op het juist niveau zijn de motor van de leesontwikkeling voor alle leerlingen. Voor jonge anderstaligen komt daar bij dat lezen stimulerend is voor de taalontwikkeling. Door teksten te kiezen die aansluiten bij hun belevingswereld en die gaan over zaken die ze in hun dagelijks leven tegenkomen, zullen de leerlingen eerder gemotiveerd zijn om de teksten echt te willen begrijpen. De teksten in LEES MEE>> NT2 sluiten aan bij de interesses van jongeren. Het niveau van de teksten loopt op van A2 en B1 (Raamwerk NT2) naar niveau 1F (Referentiekader Taal), het niveau dat verwacht wordt van leerlingen die in Nederland de basisschool verlaten.
Op de basisschool leren kinderen technisch lezen en maken ze kennis met allerlei aspecten van taal die nodig zijn om teksten te kunnen begrijpen. Jongeren die na de basisschoolleeftijd in Nederland of België komen, missen (delen van) de bagage die nodig is om in te stromen in het voortgezet/secundair onderwijs. In ISK- of OKAN-onderwijs moeten de leeslessen zich daarom niet alleen op de taalvaardigheden richten, maar juist ook op de specifieke hiaten in de kennis van strategieën en terminologieën van de anderstalige jongeren. Scholen die met Diaplus werken vroegen ons of we in lijn met dit materiaal iets konden maken speciaal voor jonge anderstaligen. Met Edutekst hebben we toen een hele methode ontwikkeld, gebaseerd op teksten van Diaplus.
De methode bestaat uit een tekstboek, een werkboek en toetsen. Door oefeningen rondom woordenschatuitbreiding en het aanleren van woordraadstrategieën wordt veel aandacht besteed aan taalverwerving. In de teksten komen veel nieuwe woorden voor, die ook regelmatig terugkomen in de opdrachten en de toetsen. Om nieuwe woorden op te nemen in de woordenschat is herhaling immers cruciaal.
Elke les bevat een langere tekst en twee wat kortere teksten, zodat de leerlingen veel verschillende tekstsoorten leren kennen. De leerlingen leren verschillende tekstaanpakken door de teksten te lezen en er oefeningen bij te maken. In het werkboek wordt uitleg gegeven bij de woorden die nodig zijn om de opdrachten te maken (onderwerp, context, etc.). Op deze manier leren de leerlingen de termen kennen die hun toekomstige klasgenoten zich al op de basisschool eigen hebben gemaakt.
Een methode met aandacht voor woordenschat, leesstrategieën én termen over taal geeft leerlingen de gereedschappen die ze in het voortgezet onderwijs nodig hebben. Zodat ze daar zelfstandig hun (school)boeken kunnen lezen.
Een uitgebreidere versie van dit artikel is onlangs verschenen in de online versie van het tijdschrift LES. Meer informatie over en proefkaternen van de methode: www.diatoetsen.nl/voortgezet-onderwijs/lees-mee-nt2
Auteur: Klarien Lenting