Leesvaardigheid gaat voor het leesplezier

« Vorige pagina

Er is veel ophef over de Pisa-publicatie waaruit blijkt dat Nederlandse 15-jarigen steeds vaker laaggeletterd zijn, en niet erg gemotiveerd voor ‘lezen’. Als remedie wordt steeds genoemd: bevorderen van het leesplezier, voorlezen!

Voorlezen aan 15-jarigen? En hoeveel tieners gaan in hun vrije tijd boeken lezen terwijl er zoveel te doen is op social media en de beeldcultuur alom aanwezig is? Helaas laat ‘leesplezier’ zich niet afdwingen, zeker niet bij jongeren van 15. Dat was vroeger trouwens ook al zo. Natuurlijk stimuleren  leraren dit en doen de bibliotheken hun best voor deze doelgroep,  - en terecht want er is veel moois te lezen.

Maar minstens zo belangrijk, zo niet belangrijker, is dat het onderwijs voorkomt dat onze jongeren laaggeletterd zijn op hun 15de.  Dan gaat het over functionele leesvaardigheid: het kunnen begrijpen van informatieve, betogende en instructieve teksten. Teksten die ertoe doen om te kunnen leren, om als burger voldoende geïnformeerd te zijn en je een mening te kunnen vormen over maatschappelijke kwesties. Teksten die ergens over gaan, over onderwerpen waarmee jongeren zich bezig moeten houden en waar ze meer van willen (of moeten) weten. We moeten zorgen voor beter leesonderwijs, en dat begint al op de basisschool.

Daarbij hoort natuurlijk het motiveren van leerlingen om voor hun plezier boeken te gaan lezen, maar bovenal moeten we ervoor zorgen dat ze met zakelijke teksten uit de voeten kunnen. En daarbij is het belangrijk dat ze leren om ‘diep te lezen’:  teksten te doorgronden, zich intensief bezig te houden met de betekenis van wat er staat, stilstaan bij moeilijke woorden en verbanden, herhaald lezen van bepaalde passages. Lezen om wijzer van te worden van waar de tekst over gaat, informatie te verwerken, lezen om te leren!  Kortom,  goed leesonderwijs is tekstonderwijs. En goed tekstonderwijs is geïntegreerd in het hele curriculum, in thema’ s en bij het zaakvakonderwijs.

De manier waarop het vak ‘begrijpend lezen’ nu wordt gegeven is geen tekstonderwijs. Het vak bestaat  uit het steeds weer herhalen van leesstrategieën die gelden als leerdoelen.  Alleen zijn strategieën geen doel op zich, maar manieren om tot tekstbegrip te komen. In plaats van strategiegericht leesonderwijs is tekstgericht leesonderwijs nodig. Daarin staan teksten en hun betekenis centraal. De grote uitdaging is hierbij te zorgen voor goede teksten van het juist niveau. Niet te moeilijk, maar zeker ook niet te makkelijk. En vooral ook: interessante teksten. Cruciaal blijft de motivatie van leerlingen om zich in te spannen voor een tekst. Leerlingen zijn bereid tot die inspanning en komen op natuurlijke wijze tot ‘diep tekstbegrip’ bij  teksten met onderwerpen waarvan ze meer willen weten. Teksten met onderwerpen die ertoe doen, teksten die je zelf kiest om te lezen.

Auteur: Hilde Hacquebord
17 december 2019, Groningen