De documentaireserie 'Klassen' laat zien hoe verschillen in achtergrond tussen leerlingen doorwerken in het onderwijs. Duidelijk wordt dat voor slimme leerlingen uit zwakke milieus de lat soms te laag wordt gelegd, met de beste bedoelingen overigens. Je ziet betrokken leerkrachten, die weten wat leerlingen in zich hebben, maar die ook de thuissituatie van leerlingen kennen en deze meewegen in hun schooladvies.
In de serie komt de vraag naar voren hoe eerlijk het is dat leerlingen die dure bijlessen hebben gehad een hoger schooladvies krijgen, terwijl andere slimme leerlingen een lager schooladvies krijgen vanuit de verwachting dat ze het anders niet gaan redden. In de praktijk blijkt dat leerkrachten vaak een onbewust verwachtingspatroon volgen, dat ertoe leidt dat leerlingen niet de kansen krijgen die ze verdienen. Dit terwijl het juist zo belangrijk is dat leerlingen de uitdaging krijgen die past bij hun leerpotentie.
Toetsinformatie als waardevolle aanvulling
Voor een goed afgewogen schooladvies is naast het oordeel van de leerkracht ook toetsinformatie belangrijk. De objectieve informatie van een toets is een waardevolle aanvulling op de inschatting van de leerkracht. Toetsen kunnen worden ingezet om een tweede, objectief, gegeven te kunnen leggen naast het subjectieve oordeel van de leerkracht. Bij doorverwijzing naar het voortgezet onderwijs speelt de eindtoets een cruciale rol, omdat deze medebepalend is voor de toekomst van leerlingen. In de serie zien we hoe leerlingen hopen op een goed resultaat bij de eindtoets, die helaas voor hen dat jaar door de lockdown niet doorging. Maar ook volgtoetsen, die gedurende de hele schoolloopbaan laten zien hoe leerlingen zich ontwikkelen, zijn nodig voor een goed afgewogen schooladvies.
Adaptieve toetsen
Met adaptieve toetsen laat je individuele leerlingen tot hun recht komen. Zonder dat ze het doorhebben, krijgen alle leerlingen opgaven die passen bij wat ze aankunnen, niet te moeilijk maar zeker ook niet te makkelijk.
De adaptieve Diatoetsen gaan niet zover dat leerlingen bij een toets worden ingedeeld op basis van de prestatie bij de vorige toets. In plaats van het risico te lopen dat ze op deze manier zouden kunnen afglijden naar een te laag toetsniveau, worden de leerlingen bij elke volgmeting weer opgetild. Het instapniveau van een toets is voor iedere leerling hetzelfde, met opgaven die passen bij de stof van het betreffende leerjaar. Voor sommige leerlingen lijkt dit misschien hoog gegrepen, maar geef ze die kans. Adaptieve toetsen leggen de lat precies zo dat het toetsen een haalbare uitdaging is voor (bijna) iedere leerling.
Met adaptieve toetsen kun je ervoor zorgen dat iedere leerling een succeservaring heeft. Dat is heel motiverend voor de leerling en geeft zelfvertrouwen. De toets is objectief, en biedt leerlingen een kans om te laten zien wat ze kunnen. Met lage verwachtingen help je je leerlingen niet. Wel met adaptieve toetsen.
Auteur: Hilde Hacquebord