Hoe worden onze volgtoetsen genormeerd?

« Vorige pagina

Het leerlingvolgsysteem voor het basisonderwijs is nog in ontwikkeling. Dat wil zeggen, de toetsen zijn voor de bovenbouw helemaal af, maar nog niet genormeerd. Om de toetsen landelijk te kunnen normeren zijn er toetsgegevens nodig van een voldoende grote en representatieve steekproef. Diataal heeft hiervoor bijna 30 scholen, verspreid over het hele land, bereid gevonden mee te doen aan dit normeringsonderzoek.

Dit normeringsonderzoek houdt in dat op drie meetmomenten (begin, midden en eind van het schooljaar) data wordt verzameld. De scholen nemen op een eigen gekozen moment, maar wel binnen een periode van vier, door Diataal vastgestelde, weken de toetsen af bij de leerlingen van de bovenbouw.

De dataverzameling voor het normeringsonderzoek voor de middenmetingen vindt plaats in de hele maand januari. Zodra de maand voorbij is, wordt door de onderzoeksafdeling alle data gedownload en geanalyseerd. Daarna worden de percentielen bepaald.

Nadat de onderzoekers de normering voltooid hebben, worden de benodigde gegevens in het systeem gezet en worden de resultaten berekend en zichtbaar in de Dia-groeiwijzer. Vervolgens worden deze resultaten nog een keer goed nagekeken, om eventuele fouten eruit te halen. Omdat dit behoorlijk veel tijd kost, kunnen de resultaten van de middenmetingen niet eerder dan 14 februari beschikbaar worden gesteld.

Vanaf volgend schooljaar zullen de resultaten van de toetsen in de bovenbouw direct zichtbaar zijn nadat een leerling de toets heeft ingeleverd.